Wat maakt een vrouw een topvrouw?

‘Topvrouw’ zegt iets over de positie die de vrouw inneemt in het maatschappelijke domein: zoals bijvoorbeeld een Bestuurlijke of toezichthoudende functie.

Hooggekwalificeerd

Zonder enige twijfel zijn bewezen topprestaties bij bedrijven van groot belang om deze titel te mogen voeren. Ook persoonlijkheid, betrokkenheid, toegankelijkheid en souplesse zijn kwaliteiten die een topvrouw dient te bezitten. En focus op wat ze willen bereiken.

Jezelf en je bedrijf goed kunnen verkopen, een goed contact met de achterban, niet bang zijn om moeilijke beslissingen te nemen en in staat zijn transities door te voeren die de onderneming op koers in de markt houden. De eisen die gesteld worden aan bedrijven nemen toe; meer flexibiliteit, meer snelheid, wendbaar zijn, innovatief zijn en een uitstekende communicatiestijl op verschillende niveaus.

Topvrouwen leggen de lat vaak enorm hoog, hebben de neiging meer dan hun mannelijke collega perfectionistisch te zijn en willen daarom absoluut geen fouten maken. Ze zijn gedreven alles bovenmatig goed te doen, staan altijd ‘aan’ en staan stevig in hun schoenen. Ze hebben veel meegemaakt, zijn zeer intelligent en gewend risico’s te nemen. Aandacht voor mensen en hun behoeften, oprechte belangstelling zijn andere kwaliteiten waardoor zij eruit springen. Doorzettingsvermogen, de wil om succesvol te zijn en aandacht voor innovatieve ontwikkelingen in de maatschappij; het is nogal niet wat.

Het ideaalplaatje: een super vrouwelijk uiterlijk, modebewust, zelfverzekerd, slim, besluitvaardig, krachtig: een voorbeeld voor anderen. Standvastig zonder een control freak te zijn, openheid over het eigen kunnen en niet te beroerd een ander in te schakelen op gebieden waar zij minder deskundig is. Onderzoekend, nieuwsgierig, inspirerend, altijd vol energie. Ze maakt uiteraard fouten maar is uitstekend in staat snel in te grijpen en reageert dan adequaat. Zichtbaar, toegankelijk, vriendelijk, trots, ambitieus, volop in ontwikkeling, gedreven, gepassioneerd, motiverend.

En thuis natuurlijk een goede moeder en echtgenoot.

De werkelijkheid: een topvrouw aan het woord

‘Weet je wat ik nou eens zou willen? Dat er iemand komt die niet komt halen. Iedereen wil iets van je, dat is een nadeel van succesvol zijn. Ik voel me vaak gebruikt. Het is geven, geven, geven. En ik heb ook veel te geven, daar niet van maar soms is het gewoon genoeg. Zijn er ook mensen die iets komen brengen?’

Ik luister naar haar. ‘Ik snap wat je zegt. Heb je wel mensen om je heen die je steunen?’

Aarzelend: ‘Jawel maar daar ga je ook niet alles tegen zeggen. En die hebben ook wel iets anders aan hun hoofd. Of dan zeggen ze: ‘Oh, maar dat heb ik ook!’ en dan gaat het vervolgens over hen. Schiet ook niet op. En je wilt je uitspraken niet teruglezen in de media.’

Partner

‘En je partner?’

‘Ja, die wel. Maar ja, die is ook druk. Die is ’s morgens vroeg al naar zijn werk als ik de kinderen naar school zit te pushen. En die komt ’s avonds laat pas weer thuis. Vaak na het eten en dan heeft hij nog werk mee en geen zin naar mijn geklaag te luisteren. In het weekend werkt hij ook of hij staat aan het voetbalveld. Ook belangrijk, daar niet van. Ik hou er niet zo van aan een veld te staan. Al dat geklets en dan die ouders die vanaf de zijlijn tegen hun kinderen staan te schreeuwen. Niks voor mij.

Peinzend.. ‘En we zitten er toch ook anders in. Als ik ergens mee zit komt hij met praktische oplossingen. Daar zit ik niet op te wachten. Die kan ik zelf wel bedenken. Dus dat geeft dan weer spanning. ‘Je moet je niet zo druk maken’, zegt hij dan. Alsof ik daar wat aan heb. Hoe doe je dat, je niet druk maken als je je druk maakt? Hij maakt zichzelf trouwens ook altijd druk maar dat noemt hij dan ‘geconcentreerd op de zaak of druk aan het werk. Hij werkt volgens mij meer dan 80 uur als ik het goed bekijk. We komen elkaar tijdens de vakanties eigenlijk pas weer goed tegen. Dan hebben we tijd voor elkaar. Als we van de stress geen ruzie krijgen tenminste. Ze lacht wat zuur.

Kinderen

Weet je dat ik de kinderen soms ook als werk zie? Als een af te vinken taak op mijn to-do-list. Erg… Ik zou niet thuis kunnen zitten, hoor, voor de kinderen. Ze zijn mijn alles maar als ik niet werk, niets bereik in de wereld, zou ik gek worden. Nu ze wat ouder zijn gaan ze meer hun eigen gang, Dat maakt het makkelijker. Toch voel ik me vaak verscheurd. Ze zijn maar een keer jong en je mist toch veel.’

Werk en intuïtie

‘Ik kom uit een ondernemersnest. Ondernemen zit in mijn bloed. Ik hou ervan. Uit het niets iets creëren dat er nog niet was.

Al die mensen die dingen vragen, willen, eisen. Moe word ik er soms van. En dat een ander dan de sier gaat maken met mijn ideeën! Jeetje, dan zou ik zo graag eens tekeer willen gaan, vloeken, tieren, weet ik veel. Gewoon eens ongezouten boos zijn en dat uiten, weet je. Zonder dat daar dan keiharde represailles op volgen. Maar goed.

Ontspannen

‘Ben je wel eens ontspannen? Doe je iets om te ontspannen?’ Ze veert op: ‘Sporten. Dat heb ik echt nodig. Twee keer in de week. Dat is echt heilig, daar zeg ik nooit iets voor af. Als ik dat niet heb trek ik het niet. Ik heb het echt nodig even alles te vergeten en alleen met mijn lijf bezig te zijn. En naar de sauna. Als ik tijd heb. Ik heb ook wel eens een psycholoog gehad om te leren meer te ontspannen maar dan zat ik daar alleen maar te praten. Met dat praten kom je ook niet verder. Ik raak er alleen maar dieper van in de put. ‘Jezus’, denk ik dan, ‘Ik klink echt debiel. Alsof ik overspannen ben of zo.’ Dus daar ben ik mee gestopt.’

Klassieke muziek vind ik ook fijn. Dat zijn topmomenten. Op zondagavond kids naar bed, Mozart opzetten, een goed glas wijn, een oude slobberbroek aan, ziet er niet uit maar jammer dan, voetjes op de bank en alleen maar luisteren. Zalig. Komt niet vaak voor trouwens.

Rust

‘Weet je wat ik denk dat mensen in de top willen? Echt willen? Als ze heel eerlijk zouden zijn? Als ze het aan zichzelf toe zouden kunnen geven?’

‘Nee’, zeg ik. ‘Vertel’.

‘Rust. Gewoon, simpelweg rust’.

‘En jij? Wat zou jij willen?’

‘Ook rust. Even mijn hoofd stil. Even mijn hoofd neerleggen. Even niks. Ik draaf de hele dag van de ene afspraak naar de andere. Ik heb niet eens de tijd te verteren wat ik allemaal heb gehoord en geleerd. Dan zit ik alweer in de volgende bespreking. Versnipperd. Ik voel me versnipperd, weet je. Ik zou wel eens rust willen..’

Geen tijd

Het is een paar seconden stil. ‘Jij doet toch iets met breintraining? Daar heb ik echt geen tijd voor, hoor. Ik weet nu al niet hoe ik al die bordjes in de lucht moet houden. Er kan echt niets bij. Mijn agenda zit vol.’

Het ratelt maar door. Nog geen 10 seconden is haar mind stil. Het gaat maar door en het gaat maar door. ‘Jij staat nooit uit, he?’ vraag ik. Nee, vanaf het moment dat ze wakker wordt tot het moment dat ze gaat slapen is het non stop aan de gang, non stop denken. ‘In de auto ben ik soms stil’, zegt ze. ‘Maar dan luister ik weer naar de radio dus dan ben ik daar weer mee bezig. Waarom gaan mensen eigenlijk hun brein trainen?’

Steun

Ik zeg: ‘Steun. Iemand die elke dag beschikbaar is en die je ieder moment kunt bellen om te sparren en je hart bij te luchten. Iemand die je aan de hand meeneemt, die je gidst naar meer rust, meer tijd voor jezelf, meer energie, te beginnen door het brein in de reset te trainen. Iemand op wie je kunt vertrouwen zonder dat je rekening hoeft te houden met de ander. Tegen wie je alles kunt zeggen omdat alles binnenskamers blijft.

Kleine stapjes

En ik leer mensen in piepkleine stapjes leren hoe ze hun brein tot kalmte kunt manen zodat dat overgekookte denken langzaam maar zeker gaat stoppen. Dan krijgt het lichaam gelegenheid te ontspannen en voelt men zich beter. Daarna gaan we next level en gaan we issues oplossen waarmee iemand zit. Je brein moet eerst in de flow zijn voordat je dat gaat doen. Een overgekookt brein kan niet anders dan alleen maar met meer van hetzelfde te komen. Dat wil je niet.’

Tijd

‘Mmmm, interessant. Hoeveel tijd kost zoiets?’ vraagt ze.

‘Misschien kan ik een ander licht op de zaak werpen.’ zeg ik. In plaats dat je in de auto naar de radio luistert en je hoofd nog meer informatie geeft waar het mee aan de haal kan, ga je in die tijd technieken toepassen die je rust geven. In plaats dat je meteen ‘aan’ staat als je wakker word ga je leren meteen de ontspanning in te gaan. In plaats van te ontploffen op kantoor als dingen fout gaan, ga je technieken toepassen die je helderheid geven. Als je aan je bureau gaat zitten ga je niet meteen voorover het werk in maar neem je een paar seconden om je brein in de flow te krijgen. Daardoor gaat je werk meer ontspannen voelen, krijg je meer in minder tijd gedaan. De oefeningen doe je dus in plaats van wat je nu doet, hetgeen je over de kling jaagt’.

Tijdswinst

‘Hoe vaker je je brein traint, des te sneller het gaat maar je kunt het in je eigen tempo doen. In plaats dat men urenlang loopt te malen over een onderwerp kan men meteen de telefoon pakken en sparren. Is ook tijdswinst.’

‘Ik moet zo een meeting in. Weet je, je zou serieus van dit gesprek een verslag moeten maken. Er zijn zoveel mensen die worstelen met waar ik mee worstel maar waar kun je ermee terecht? Ik denk echt dat je dat moet doen. Mijn toestemming heb je’.

En zo geschiedde.